In eigen kooi,
tussen afgebladderde muren
speel ik speelgoed braak,
verglijdt het rottend plaaster
met valse klanken van mijn wangen,
tuimelend en stotterend
als een slaapwandelaar in de savanne
zeil ik dronken naar paars delirium,
zoemen de sirenes wrang uitdijend
terwijl ik heerlijk vergeet
Maar eenmaal terug,
vervlochten met dit wrak,
het vlees dat stamt uit een zolder vol relicten,
en verknocht aan een jungle die recht
doorheen de folie snijdt,
betreed ik kamers
vol vreselijke dingen die ik niet begrijp
en schrijft het mij somber
De vlinder
omwonden door lood
De straten
in het diepe water
____________________________
2016