Steen en vlees

Van steen en van vlees,

onder de puinhoop van

een ingeklapte roos,

grootsteden, geraamten

ontbloot,

ontworteld,

met banden, eens diep groeiend,

nu tot op het bot doorgesneden,

de bevriende gezichten braakliggend

in een levenloos landschap

vol bekampende barakken

waar de toorn woedt,

waar maatschappij woestenij wordt,

waar vandaag morgen vreest

en de sporadische stilte

er één van rouw

na de verstandsverbijstering is:

 

“Hoe is het zover kunnen komen?”

 

In dit verscheurde land

zijn tranen

slechts stromen,

is een simpele lach

luxe

____________________________

2020

go-up