Zo trouw en blij,
die dierbaarste vriend aan zijn zij,
schattige blik vertolkt,
in een zachte pels bewolkt
Uitgelaten,
door parken en over straten,
spenderen zij zonnig de zondag:
het baasje met hartelijk gelach
en zijn kwispelende kompaan
door het wandelen en spel voldaan
Zijn zij hierbij
tot de avondschemer vrij,
verlost van iedere geestesruis
trekken zij wederom naar huis
Daar,
ontheven uit de leiband,
de viervoeter in zijn mand
Daar,
genietend van een glaasje,
zet het gelukkige baasje
zich aan de maaltijd,
het mes dat in de sappige biefstuk snijdt
En hij kwaakt:
‘Wel, hmm, dat smaakt!’
Zie nu toch, dames en heren,
in licht van dit selectief objectiveren
hoe cynisch wij regeren
____________________________
2020